Als je uitgerekende datum in zicht komt is het altijd spannend wanneer de bevalling begint. Ergens tussen de 37 en 42 weken mag je de bevalling verwachten. Beval je voor de 37 weken dan is dat een premature bevalling. Tijdens het spreekuur zullen we rond de 36e zwangerschapsweek een gesprek over de bevalling hebben. Heb je zelf eerder behoefte om hierover te praten geef dit dan aan bij ons. Hier alvast wat achtergrond informatie.

De bevalling kan zich aankondigen door:
  • Het breken van de vliezen
  • Het hebben van weeën
  • Het hebben van bloedverlies

Je vliezen kunnen breken voordat je weeën hebt, maar het kan ook zijn dat het in de loop van je bevalling gebeurt, of dat de verloskundige de vliezen moet breken tijdens de bevalling.

Als je vruchtwater verliest kan dat in één keer een heleboel zijn, maar het kan ook zijn dat je steeds kleine beetjes verliest. Verlies je vruchtwater, kijk dan goed naar de kleur hiervan. Het is helder als het eruitziet als water, soms is het wat rozig met witte vlokjes erin. Is het vruchtwater groen, geel of bruin van kleur dan kan het zijn dat de baby in het vruchtwater heeft gepoept. Je moet dan altijd je verloskundige bellen. Ook moet je direct bellen als het vruchtwater erg bloederig is.

Ontsluiting

Het eerste deel van de bevalling zorgt ervoor dat de baarmoedermond open gaat. Negen maanden lang heeft de baarmoedermond de baby afgesloten van de buitenwereld, maar met de bevalling moet de baarmoedermond helemaal opengaan zodat de baby erdoor kan.

In de baarmoedermond heeft al die tijd ook een slijmprop gezeten, deze heeft dienst gedaan als een extra barrière tussen de buitenwereld en de baby. Soms verlies je deze slijmprop al een poosje voor je bevalling, deze komt dan naar buiten als draderig slijm met mogelijk ook wat bloed. Dit heeft geen consequenties voor jou of de baby en is alleen een teken dat je bevalling ergens de aankomende weken zal starten.

Ontsluitingsweeën zorgen ervoor dat het hoofdje van de baby op de baarmoedermond gaat drukken zodat deze steeds verder open gaat. Uiteindelijk moet het hoofdje door de opening passen, dit noemen we volledige ontsluiting en dat heb je bij ongeveer 10 cm. Om dit te bereiken moet je goede krachtige weeën hebben.

Vaak heb je voordat de bevalling goed door gaat zetten al een aantal uren weeën die onregelmatig in frequentie en duur zijn. Deze voorweeën zorgen ervoor dat de baarmoedermond platter (verstrijkt) en zachter wordt. Het kan zijn dat deze voorweeën weer afzakken en dat je uiteindelijke bevalling pas later goed door gaat zetten.

Wanneer de weeën om de drie tot vijf minuten komen en een minuut aanhouden hebben ze genoeg kracht om de baarmoedermond ook open te laten gaan. Deze weeën zijn pijnlijk en je moet ze weg zuchten. Zoek om de weeën op te vangen naar een houding die prettig voor je is.

Persen

Als je (bijna) volledige ontsluiting hebt krijg je steeds sterker drukgevoel. Je voelt dat de baby richting de uitgang gaat. Dit drukgevoel zal uiteindelijk overgaan in persdrang. Als je volledige ontsluiting en persdrang hebt kan het laatste stukje van bevalling gaan beginnen. Je mag gaan persen. Wij zullen samen met jou en je partner zoeken naar de beste houding voor jou om zo effectief mogelijk te persen. Uiteindelijk kun je na de lange weg van zwangerschap en bevalling vol trots je kind in je armen nemen.

Placenta

Als laatste stukje van de bevalling moet de placenta nog geboren worden. Meestal komt de placenta vrij vlot na de geboorte van de baby. Soms is het nodig om je een prik te geven met kunstmatige hormonen die ervoor zorgen dat je baarmoeder goed samenknijpt om de placenta geboren te laten worden.