Borst- en flesvoeding

Borstvoeding zit vol met vitaminen, voedingsstoffen en antistoffen die je baby beschermen tegen ziekten. Ook zijn er aanwijzingen dat ook op langer termijn de borstvoeding preventief kan werken tegen onder andere obesitas, diabetes en hart- en vaatziekten. De voeding is goedkoop, altijd beschikbaar en op de juiste temperatuur. Daarnaast heeft borstvoeding ook voordelen voor jou. Tijdens het drinken van je baby wordt er een hormoon gemaakt dat ervoor zorgt dat je baarmoeder samentrekt en je minder bloedverlies hebt in de eerste weken na de geboorte.

 

Het is wenselijk dat de baby binnen een uur na de bevalling aan de borst drinkt, dan is het zuigreflex nog het sterkst aanwezig en de kans van slagen van de borstvoeding is dan het grootst. Lukt dit door bepaalde redenen niet, dan is het goed mogelijk op een later moment toch een goede start te maken.

 

Het is belangrijk om je goed voor te bereiden op het geven van borstvoeding. Dat kan door het volgen van een (online) cursus, boeken te lezen of met ervaringsdeskundigen erover te praten.

 

Het kan voorkomen dat de borstvoeding wat minder soepel verloopt dan je van te voren had gehoopt. We zullen dan samen met jou en de kraamverzorgende een plan opstellen hoe we jullie zo goed mogelijk kunnen helpen. Belangrijk hierbij is dat het een beleid is waar jullie achter kunnen staan. Heb je behoefte aan meer begeleiding die ook langer voortgezet kan worden dan kun je altijd contact op nemen met een lactatiekundige.

 

Allergieën en borstvoeding

Als er allergieën in de familie voorkomen is het sterk aan te raden om borstvoeding te geven. Borstvoeding heeft een positief effect op de ontwikkeling en de uiting van een allergie: een kind met een aanleg voor allergie zal minder snel klachten (astma, eczeem, allergieën) ontwikkelen als het de eerste drie maanden borstvoeding heeft gehad. Nog beter is het om zes maanden volledige borstvoeding te geven. Komen er allergieën voor in de familie (één van de ouders, broers of zussen of eerder geboren kinderen) en het is nodig om kunstvoeding (bij) te geven dan is het belangrijk om hypoallergene voeding te geven.

 

Flesvoeding

Je kindje bepaalt zelf hoe vaak en hoeveel hij wil drinken. Het maakt niet uit of je borstvoeding geeft of flesvoeding of een combinatie van beide: de principes zijn hetzelfde. Als je kindje goed groeit, voldoende plast en levendig is, weet je dat hij genoeg voeding binnenkrijgt.Er zijn geen regels of een voedingsschema te geven voor hoe vaak baby’s een voeding nodig hebben. Voed gewoon zo vaak als je kind aangeeft te willen drinken. De eerste dagen zal de baby ongeveer 8 tot 10 om drinken ‘vragen’. Een babymaag is klein en kan dus nog niet zo veel melk per keer aan. Daarom kan je baby vooral in het begin wat vaker om melk vragen. Bovendien is melk eten en drinken tegelijk. Je baby kan ook gewoon alweer dorst hebben.

 

Ook zijn er geen regels voor hoeveel je kind nodig heeft. Je baby geeft namelijk zelf aan wanneer hij genoeg heeft gehad. Je kindje is geboren met een natuurlijk gevoel voor honger en verzadiging. Hij voelt daarmee zelf heel goed aan wanneer hij vol zit. Als je baby genoeg heeft gehad, stopt hij vanzelf met drinken. Het flesje hoeft niet leeg. Houd de signalen van je baby in de gaten, zoals het wegdraaien van het hoofdje, melk uit de mondhoeken laten lopen, onrustige bewegingen maken met de handjes en niet meer gretig toehappen als je de fles opnieuw aanbiedt. Genoeg is genoeg! Als je kind na een half uur nog zijn fles niet leeg heeft kun je beter stoppen. Het is een teken dat hij niet zo veel trek heeft.

 

Je baby zal niet altijd keurig om de 2 of 3 uur om drinken vragen. Sowieso moet je realiseren: elk kind heeft zijn eigen ritme. De een zal vaker of meer willen drinken willen dan een ander. Er zijn ook globale overeenkomsten tussen baby’s. Zeker de eerste dagen willen baby’s gedurende 1 of 2 periodes van de dag vaker en langer drinken, en tussendoor langer slapen. Later doen baby’s dat vaak in de late middag en vroege avonduren, zodat ze ’s nachts een langere slaapperiode kunnen overbruggen. Dit zogenoemde ‘clusteren’ is heel normaal, probeer er dan ook niet tegenin te gaan door je baby een vast voedingsschema op te leggen.

 

De richtlijn qua hoeveelheid voeding is als volgt. Op de dag van geboorte start je met 10cc, daarna hoog je per dag op met 10cc tot ongeveer 100cc. Je begrijpt dat zwaardere kinderen soms wat sneller ophogen en dat lichtere kinderen soms wat stagneren. Dat is prima, kijk naar wat je kind aangeeft! Vanaf dag 10 geef je je kind op een dag ongeveer 150cc flesvoeding per kilo van zijn gewicht. Als je kind 5 kilo weegt, heeft het op een dag dus ongeveer 750cc voeding nodig. Dat zijn dus bijvoorbeeld 10 flesjes van 75cc , of 9 flesjes van 80-85cc. Dit is echt een richtlijn en geen wet. Je kindje geeft aan hoe vaak en hoeveel hij wil drinken. Dat kan meer of minder zijn.